Nationale Voorleesdagen en de vraag: wat werkt écht om goed te leren lezen?

Nationale Voorleesdagen: Hoe kunnen we kinderen helpen effectief te leren lezen. Leerzaam, leuk en verbindend!

De Nationale Voorleesdagen zijn begonnen – hét moment om stil te staan bij hoe belangrijk lezen eigenlijk is. Maar wat helpt nou echt om kinderen goed te leren lezen? Onlangs was er veel ophef over een onderzoek van Luc Koning, een promovendus van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij zei dat snellees-oefeningen (zoals ‘woordjes racen’) eigenlijk niet bijdragen aan beter leren lezen. Een groep wetenschappers was het daar niet mee eens en stelde dat er veel meer bij komt kijken dan alleen snelheid.

Dat brengt ons bij de vraag: wat werkt dan wél? Hoe help je kinderen op een fijne en effectieve manier lezen te leren? Hier zijn vijf dingen die écht een verschil maken, en die je meteen kunt toepassen thuis of op school.

1. Lees samen, vaak en gevarieerd

Kinderen leren lezen door het te doen – en dan het liefst op een leuke manier. Samen boeken lezen, strips, of zelfs bordspellen met tekst erbij helpt enorm. Probeer het leuk te maken door samen stemmetjes te doen of om de beurt een stukje te lezen. Regelmaat is belangrijker dan perfectie.

Deze nationale voorleesweek worden vaders extra aangespoord samen te lezen met hun kinderen omdat ze vaak minder vaak voorlezen dan moeders. En dat terwijl kinderen er enorm van profiteren als beide ouders actief betrokken zijn. Voorlezen is niet alleen goed voor de taalontwikkeling, maar versterkt ook de band tussen ouder en kind. Vaders, dit is jullie kans om te schitteren als verhalenverteller!

Wil je het nóg spannender maken? Er zijn ontzettend veel innovatieve boeken die lezen interactiever maken, zoals:

  • Boeken met NFC-chips: Deze kunnen het verhaal voorlezen als je een apparaat zoals een telefoon tegen de chip houdt.
  • Pop-up boeken en schuifboekjes: Voor jongere kinderen zorgen deze voor tactiele stimulatie en betrekken ze extra bij het verhaal.
  • Boeken met geluidjes: Achter knopjes of die geactiveerd worden bij het openen van een pagina door zonne-energieplaatjes (zoals die in rekenmachines).
  • AR-elementen: Via een tablet kun je bijvoorbeeld bewegende illustraties en 3D-effecten zien, waardoor het verhaal echt tot leven komt (Kucirkova & Littleton, 2016).

 

2. Laat kinderen zelf boeken kiezen (of laten maken met AI!)

Een boek is pas echt leuk als het aansluit bij wat een kind interessant vindt. Houdt jouw kind van dieren, avontuur, of juist grappige verhalen? Laat ze zelf kiezen wat ze willen lezen. Het vergroot de motivatie, en gemotiveerde kinderen lezen meer – en leren sneller (De Naeghel et al., 2012).

Wil je het nog persoonlijker maken? Met behulp van AI kun je samen met je kind een uniek verhaal laten schrijven. Vraag je kind waar het verhaal over moet gaan – een pratende tijger, een ruimte-expeditie, of een magisch avontuur – en voer dit in. Je kunt ook het leesniveau van je kind aangeven, zodat het verhaal precies past bij wat ze kunnen begrijpen. Het resultaat? Een verhaal dat helemaal aansluit bij hun interesses én hun niveau, wat het lezen nóg leuker en uitdagender maakt.

3. Praat over wat je leest

Begrijpend lezen begint bij begrijpen wat er gebeurt in een verhaal. Stel vragen als: “Wat denk je dat er nu gaat gebeuren?” of “Hoe voelde de hoofdpersoon zich hier denk je?” Zo maak je lezen interactief en stimuleer je hun denkvermogen (Snow et al., 1998).

4. Uitnodigende illustraties

Boeken met illustraties helpen kinderen om verbanden te leggen tussen wat ze zien en wat ze lezen. Denk bijvoorbeeld aan prentenboeken voor de kleintjes of boeken met schema’s en kaarten voor oudere kinderen (Mucherah & Yoder, 2008).

5. Geef het goede voorbeeld

Kinderen kopiëren wat ze zien. Als jij zelf boeken leest of enthousiast bent over verhalen, neem je hen daarin mee. Vertel bijvoorbeeld over het boek dat jij leest en wat je ervan vindt. Zo zien ze dat lezen niet alleen nuttig, maar ook leuk is (Wang & Guthrie, 2004).

Lezen leert je kind dus niet alleen door hard te oefenen, maar vooral door het leuk, creatief en betekenisvol te maken. De Nationale Voorleesdagen zijn het perfecte moment om hiermee aan de slag te gaan. Welke van deze tips ga jij uitproberen?

 

Bronnenlijst

  1. Becker, M., McElvany, N., & Kortenbruck, M. (2010). Intrinsic and extrinsic reading motivation as predictors of reading literacy: A longitudinal study. Learning and Individual Differences, 20(3), 243–248.
    Bekijk artikel

     

  2. De Naeghel, J., Van Keer, H., Vansteenkiste, M., & Rosseel, Y. (2012). The relation between elementary students’ recreational and academic reading motivation, reading frequency, engagement, and comprehension: A self-determination theory perspective. Journal of Educational Psychology, 104(4), 1006–1021.
    Bekijk artikel

     

  3. Guthrie, J. T., Wigfield, A., & You, W. (2012). Instructional contexts for engagement and achievement in reading. In S. L. Christenson et al. (Eds.), Handbook of Research on Student Engagement (pp. 601–634). Springer.

     

  4. Kucirkova, N., & Littleton, K. (2016). The Digital Reading Habits of Children: A National Survey of Parents’ Perceptions of and Practices in Relation to Children’s Reading for Pleasure with Print and Digital Books. Book Trust.
    Bekijk artikel

     

  5. Mucherah, W., & Yoder, A. (2008). Motivation for reading and middle school students’ performance on standardized testing in reading. Reading Psychology, 29(3), 214–235.
    Bekijk artikel

     

  6. Wang, J. H., & Guthrie, J. T. (2004). Modeling the effects of intrinsic and extrinsic motivation on text comprehension. Reading Research Quarterly, 39(2), 162–186.
    Bekijk artikel

     

Deel dit bericht:

Gerelateerd

Waarom ik een feestbeleid op basisscholen een geweldig idee vind

Eerlijkheid met een glimlach: Je kind leren vriendelijk de waarheid te vertellen

Zijn jouw goede voornemens aan het lukken? Met deze methode heb je nog meer kans op succes!

Van goede voornemens naar gezins-intenties met een fijn gevoel.